Voorraadaanpassingen gebruik je wanneer je de voorraad moet verminderen zonder een verkoop te registreren. Dit kan in de volgende situaties nodig zijn:

• Schade: voorraad die beschadigd is en niet kan worden verkocht.
• Verval: voorraad die over de datum is of moet worden weggegooid.
• Intern gebruik: voorraad die is gebruikt of verbruikt tijdens werkzaamheden en niet aan klanten wordt verkocht.
• Diefstal: voorraad die is kwijtgeraakt of gestolen.
• Donatie: voorraad die gedoneerd is.

Gebruik voorraadaanpassingen alleen om de voorraad te verminderen om een specifieke reden waardoor het product niet kan worden verkocht. Als je je voorraadniveau om een andere reden wilt verhogen, moet je een inkooporder invullen om de leveranciersprijs van de items die je toevoegt correct te registreren.

Een voorraadaanpassing verwerken

1. Navigeer naar Catalogus > Producten.
2. Identificeer het product dat je wilt aanpassen en gebruik, indien nodig, de filters.

   

3. Klik op het product om uit te vouwen.
4. Selecteer Voorraad bijstellen.

   

5. Selecteer de vestiging waarvoor je de voorraad wilt aanpassen in het vervolgkeuzemenu Vestiging.
6. Klik op Volgende.

   

7. Selecteer een reden voor de aanpassing in het vervolgkeuzemenu Aanpassingsreden.

   

8. Voer in de sectie Aanpassingsaantal de hoeveelheid in waarmee de voorraad wordt verminderd. In de kolom Voorraad worden de voorraadhoeveelheid en de aangepaste voorraadhoeveelheid weergegeven.
9. Selecteer Voorraad bijstellen.

   

10. Je voorraadniveau wordt nu bijgewerkt. Om de wijzigingen die je zojuist hebt aangebracht te bekijken, klik je op Voorraadverplaatsingen bekijken voor het product dat je hebt aangepast.

    

Boekhouding en voorraadaanpassingen

Voorraadaanpassingen worden niet automatisch doorgegeven aan boekhoudkundige integraties en verschijnen niet op rapporten als een afzonderlijk regelitem. Je moet er dus voor zorgen dat je deze cijfers registreert in je boekhoudsysteem.